Michiel van Musscher (1645 - 1705) was aan het einde van de 17de eeuw de meest succesvolle portrettist van Amsterdam. Hij toonde al op jonge leeftijd zijn talent voor tekenen. Hij kreeg les van vele leermeesters. Zijn eerste leraar was Martinus Saeghmolen, van wie hij in 1660 twee maanden les kreeg. In 1661 kreeg hij wat lessen van Abraham van den Tempel en in 1665 volgde hij zeven lessen bij Gabriël Metsu en in 1667 verbleef hij drie maanden in Haarlem om lessen te volgen bij Adriaen van Ostade. Het is bijzonder dat hij met relatief weinig professionele begeleiding tot zo’n groot kunstenaar uitgroeide.
Aan Michiel van Musscher wordt vanaf 9 maart een expositie gewijd in het koetshuis van Museum van Loon, Keizersgracht 672 in Amsterdam, een schitterend woonhuis dat in 1672 werd ontworpen door de architect Adriaen Dortsman. De eerste bewoner was de schilder Ferdinand Bol, een leerling van Rembrandt. De inrichting van het huis ademt nog de sfeer uit van de rijkdom die de stad in die tijd beleefde.
Aan het einde van de tuin ligt het koetshuis dat net als het hoofdhuis door Adriaen Dortsman is ontworpen. Het heeft een aparte ingang aan de Kerkstraat van waaruit de rijtuigen konden binnenrijden. Hoewel het koetshuis van oudsher verbonden is met het museum, was het tot 2009 nog in particulier bezit van de familie Van Loon. Met behulp van vele fondsen en schenkingen is het aangekocht en met het museum herenigd. Samen met de tuin en het grachtenhuis vormt het een uniek geheel dat nergens anders in Nederland in deze originele omvang te bezichtigen is.
Het museum is, behalve op dinsdag, dagelijks geopend van 11 tot 17 uur.
