Elk jaar bij de Open Ateliers Route van Amsterdam-Noord ga ik geheid langs het prachtige atelier van Jeroen Dercksen in Ransdorp. Hij maakt prachtige realistische portretten en grote, vlotte tekeningen van naaktmodellen die veelal van een Amsterdamse balletacademie afkomstig zijn. Mooie en gewaagde poses.
Jeroen Dercksen draait echter ook zijn hand niet om voor abstract werk.
Op zondag 25 november exposeert hij in zijn atelier in Ransdorp werken die hij samen met twee bevriende kunstenaars in Frankrijk heeft geschilderd. Die collega's zijn Albert Heijdens en Jan Barend van Dam.
Nieuws op het gebied van kunst in verschillende vormen, fotografie en modelwerk
Zoeken in deze blog
Translate
Posts tonen met het label atelier. Alle posts tonen
Posts tonen met het label atelier. Alle posts tonen
dinsdag 6 november 2012
maandag 17 september 2012
Vibraties
Mijn agenda vermeldt voor vandaag *poseren* en wel op een van de mooiste adressen in mijn poseernetwerk: een zolderverdieping aan de Amsterdamse Koestraat, rijkelijk bedeeld met de allure die je verwacht van een plek waar kunst wordt bedreven. Boven je hoofd nu eens niet het gruwelijke systeem plafond, maar, zoals het een eeuwenoude ruimte betaamt, een donkere hoogte, balken – de houten wanden zijn al heel lang niet nieuw meer volgezogen met de geesten van de mensen die tussen deze wanden hebben gelopen, gezeten en gesproken – stel ze zouden allen tot leven komen, een bonte verzameling uitdossingen door de tijd heen. Het is er rommelig en een tikkeltje stoffig maar netjes genoeg om van gezellig te spreken, fluwelen doeken in volle of juist verschoten kleuren hangen achteloos aan spijkers, grote kussens in een hoek en het podium is bedekt met een dik, vaal geworden Perzisch kleed. De kacheltjes om het model warm te houden staan klaar, want dit is een atelier waar alles altijd pico bello in orde is, zodat het model, bij wijze van spreken in een opgemaakt bedje komt.
Als ik vanachter het kamerscherm tevoorschijn stap in mijn kimono is de groep schilders al zo’n beetje compleet en wanneer ik tenslotte heb plaatsgenomen op het poseermeubel, een laag bankje onder een gedrapeerde doek van wijnrood velours komt de laatste net binnen, een lange man, grote ogen in een klein hoofd, bekroond met wild rood haar, hij is oud noch jong, lijkt weggestapt uit een sprookjesboek. Hij begroet ons, zet zijn koffertje neer, maar pakt geen ezel, in plaats daarvan trekt hij een tekentafel naar voren, doet hetzelfde met een kruk om vervolgens zijn werktuigen uit te stallen: potloden en een groot, rechthoekig tekenblok. Hij glimlacht naar mij, een vage lach, daarboven staan zijn enorme ogen ook vaag – zijn witte lange handen maken vage gebaren boven het blok, als om iets te bezweren. Mina, de atelierbazin, geeft mij een teken, ik mag mijn pose aannemen.
Nu bevind ik mij in mijn pose, die tot de pauze zal aanhouden, een lange ruk, dus ik heb het mezelf niet te moeilijk gemaakt: rechtop, ietsjes gedraaid, mijn ene hand op mijn dijbeen, de andere tegen mijn hals gelegd, mijn benen op de grond en gekruist, de voeten elegant uitgedraaid. Dit alles zonder bedekking van textiel, moet ik er nog bij zeggen. Het is stil geworden, het enige wat nog te horen valt is het geluid van houtskoolstokjes, kwasten en potloden die over papier en doek gaan. Ergens hoog boven de daken schreeuwt een meeuw, even later zie ik hem voorbij scheren tussen de azuurblauwe lucht en de pannendaken achter de hoge smalle ramen waar ik met mijn gezicht naar toe zit. Ik droom weg, mijn ogen kijken in verre verten, voorbij de daken, ik volg de meeuw die, wie weet, al een heel eind op weg is naar de blauwe zee… dan wordt ik gestoord in mijn rêverie door onrust, onderin mijn blikveld. Het is ons roodharige sprookjesfiguur - hij houdt zijn beide handen boven zijn papier en beschrijft cirkels door de lucht. Hoe curieus… ik verplaats mijn pupillen naar linksonder in mijn oogkas om de voorstelling beter te kunnen bekijken.
Mijn object van stiekeme belangstelling lijkt een bezweringsritueel te volvoeren, onderbroken door wilde halen van een groot, rood potlood over zijn tekenpapier. Af en toe wiegt hij heen en weer, beide handen op het tafelblad, zijn ogen strak op mij gericht. Zijn gedrag maakt mij enigszins ongemakkelijk, al verdwijnen zijn handen, dat moet gezegd, geen moment onder tafel. Helaas, helaas, ik kan de vruchten van zijn neurotische arbeid niet zien, hij heeft het tekentafelblad een weinig gekanteld, net voldoende om zijn werkstuk aan mijn oog te onttrekken. Ook wanneer ik mij uitrek (het model mag van tijd tot tijd even bewegen, als ze maar weer terugkeert in de oorspronkelijke pose!) kan ik het niet zien. Ik brand van nieuwsgierigheid, het doet mij zelfs de poseerpijn vergeten, die na het eerste half uur meestal ergens begint te zeuren. Op een ingeving kijk ik een tel in de richting van Mina, ik zie haar gezicht om de ezel verschijnen, ze grijnst en geeft me een vette knipoog met een hoofdknikje naar de in trance verkerende sprookjeskunstenaar achter zijn tekentafel. Deze is inmiddels van zijn kruk verrezen, het roodbehaarde hoofd in de nek, zijn armen gestrekt voor zich uit – een paar tellen blijft hij zo staan om dan weer het potlood op het papier te laten neerdalen – wild gaat het op en neer en heen en weer. Het valt me op dat zijn kunstbroeders en –zusters geen enkele notitie van hem nemen, alsof ze er aan gewend zijn.
Eindelijk, eindelijk is het pauze – dit keer ben ik dubbelblij, ik zal mijn leden kunnen strekken en… de langverwachte blik op het geheimzinnige papier werpen, zo heel dicht bij mij. Gehuld in mijn kimono loop ik achteloos langs de tekentafel van onze trance artiest, die inmiddels zelf even naar het toilet is, dus dat komt mooi uit. Ik kijk naar het papier en zie een wirwar van lijnen: rechte lijnen, kromme lijnen, concentrische cirkels, zigzag lijnen, golvende lijnen, stippellijnen, streepjeslijnen, blokjes vol gearceerd, enkele cirkels, dubbel cirkels, zelfs bespeur ik hier en daar in deze strepen-jungle vormen die sterk gelijken op vingerafdrukken. Het is fenomenaal. Nu loop ik naar Mina, die geamuseerd heeft staan toekijken hoe ik het papier aandachtig bestudeerde. “Weet je wat het moet voorstellen?”vraagt ze, een brede lach op haar gezicht. “Vertel,” zeg ik. Ze buigt zich samenzweerderig naar me over en vertelt: “Dat zijn jouw… vibraties.” Ik kijk haar verbaasd aan: “Mijn vibraties?” “Ja,” antwoordt ze, “Jouw vibraties. Deze man noteert vibraties, niet alleen van onze modellen, maar ook van trams, van treinen, van de dieren in Artis, van de mensen op straat, van het water in de Amstel, van de auto’s op de snelweg, en ook in de bioscoop van de sterren op het doek… je bent in goed gezelschap meid!” We moeten ons plezier hierom bedwingen, want ons onderwerp van gesprek komt juist weer het atelier binnen. Hij schenkt ons een verheven glimlach, loopt naar zijn tekentafel, pakt zijn spullen in, zet de tekentafel en kruk weg en gaat dan naar de deur, koffertje en plastic draagtas in zijn ene hand, mijn opgerolde vibraties in zijn andere. Met een groet achterom stapt hij de gang op en dan is hij weg. “Daar gaan je vibraties,”zegt Mina, “Je kunt er echt niets meer aan doen meid.” “Volgens mij waren het verdomd goeie vibraties Mina,” zeg ik. Mina knikt: “Zeker weten.”
Amsterdam, 16 september 2012
©MabelAmber®
Als ik vanachter het kamerscherm tevoorschijn stap in mijn kimono is de groep schilders al zo’n beetje compleet en wanneer ik tenslotte heb plaatsgenomen op het poseermeubel, een laag bankje onder een gedrapeerde doek van wijnrood velours komt de laatste net binnen, een lange man, grote ogen in een klein hoofd, bekroond met wild rood haar, hij is oud noch jong, lijkt weggestapt uit een sprookjesboek. Hij begroet ons, zet zijn koffertje neer, maar pakt geen ezel, in plaats daarvan trekt hij een tekentafel naar voren, doet hetzelfde met een kruk om vervolgens zijn werktuigen uit te stallen: potloden en een groot, rechthoekig tekenblok. Hij glimlacht naar mij, een vage lach, daarboven staan zijn enorme ogen ook vaag – zijn witte lange handen maken vage gebaren boven het blok, als om iets te bezweren. Mina, de atelierbazin, geeft mij een teken, ik mag mijn pose aannemen.
Nu bevind ik mij in mijn pose, die tot de pauze zal aanhouden, een lange ruk, dus ik heb het mezelf niet te moeilijk gemaakt: rechtop, ietsjes gedraaid, mijn ene hand op mijn dijbeen, de andere tegen mijn hals gelegd, mijn benen op de grond en gekruist, de voeten elegant uitgedraaid. Dit alles zonder bedekking van textiel, moet ik er nog bij zeggen. Het is stil geworden, het enige wat nog te horen valt is het geluid van houtskoolstokjes, kwasten en potloden die over papier en doek gaan. Ergens hoog boven de daken schreeuwt een meeuw, even later zie ik hem voorbij scheren tussen de azuurblauwe lucht en de pannendaken achter de hoge smalle ramen waar ik met mijn gezicht naar toe zit. Ik droom weg, mijn ogen kijken in verre verten, voorbij de daken, ik volg de meeuw die, wie weet, al een heel eind op weg is naar de blauwe zee… dan wordt ik gestoord in mijn rêverie door onrust, onderin mijn blikveld. Het is ons roodharige sprookjesfiguur - hij houdt zijn beide handen boven zijn papier en beschrijft cirkels door de lucht. Hoe curieus… ik verplaats mijn pupillen naar linksonder in mijn oogkas om de voorstelling beter te kunnen bekijken.
Mijn object van stiekeme belangstelling lijkt een bezweringsritueel te volvoeren, onderbroken door wilde halen van een groot, rood potlood over zijn tekenpapier. Af en toe wiegt hij heen en weer, beide handen op het tafelblad, zijn ogen strak op mij gericht. Zijn gedrag maakt mij enigszins ongemakkelijk, al verdwijnen zijn handen, dat moet gezegd, geen moment onder tafel. Helaas, helaas, ik kan de vruchten van zijn neurotische arbeid niet zien, hij heeft het tekentafelblad een weinig gekanteld, net voldoende om zijn werkstuk aan mijn oog te onttrekken. Ook wanneer ik mij uitrek (het model mag van tijd tot tijd even bewegen, als ze maar weer terugkeert in de oorspronkelijke pose!) kan ik het niet zien. Ik brand van nieuwsgierigheid, het doet mij zelfs de poseerpijn vergeten, die na het eerste half uur meestal ergens begint te zeuren. Op een ingeving kijk ik een tel in de richting van Mina, ik zie haar gezicht om de ezel verschijnen, ze grijnst en geeft me een vette knipoog met een hoofdknikje naar de in trance verkerende sprookjeskunstenaar achter zijn tekentafel. Deze is inmiddels van zijn kruk verrezen, het roodbehaarde hoofd in de nek, zijn armen gestrekt voor zich uit – een paar tellen blijft hij zo staan om dan weer het potlood op het papier te laten neerdalen – wild gaat het op en neer en heen en weer. Het valt me op dat zijn kunstbroeders en –zusters geen enkele notitie van hem nemen, alsof ze er aan gewend zijn.
Eindelijk, eindelijk is het pauze – dit keer ben ik dubbelblij, ik zal mijn leden kunnen strekken en… de langverwachte blik op het geheimzinnige papier werpen, zo heel dicht bij mij. Gehuld in mijn kimono loop ik achteloos langs de tekentafel van onze trance artiest, die inmiddels zelf even naar het toilet is, dus dat komt mooi uit. Ik kijk naar het papier en zie een wirwar van lijnen: rechte lijnen, kromme lijnen, concentrische cirkels, zigzag lijnen, golvende lijnen, stippellijnen, streepjeslijnen, blokjes vol gearceerd, enkele cirkels, dubbel cirkels, zelfs bespeur ik hier en daar in deze strepen-jungle vormen die sterk gelijken op vingerafdrukken. Het is fenomenaal. Nu loop ik naar Mina, die geamuseerd heeft staan toekijken hoe ik het papier aandachtig bestudeerde. “Weet je wat het moet voorstellen?”vraagt ze, een brede lach op haar gezicht. “Vertel,” zeg ik. Ze buigt zich samenzweerderig naar me over en vertelt: “Dat zijn jouw… vibraties.” Ik kijk haar verbaasd aan: “Mijn vibraties?” “Ja,” antwoordt ze, “Jouw vibraties. Deze man noteert vibraties, niet alleen van onze modellen, maar ook van trams, van treinen, van de dieren in Artis, van de mensen op straat, van het water in de Amstel, van de auto’s op de snelweg, en ook in de bioscoop van de sterren op het doek… je bent in goed gezelschap meid!” We moeten ons plezier hierom bedwingen, want ons onderwerp van gesprek komt juist weer het atelier binnen. Hij schenkt ons een verheven glimlach, loopt naar zijn tekentafel, pakt zijn spullen in, zet de tekentafel en kruk weg en gaat dan naar de deur, koffertje en plastic draagtas in zijn ene hand, mijn opgerolde vibraties in zijn andere. Met een groet achterom stapt hij de gang op en dan is hij weg. “Daar gaan je vibraties,”zegt Mina, “Je kunt er echt niets meer aan doen meid.” “Volgens mij waren het verdomd goeie vibraties Mina,” zeg ik. Mina knikt: “Zeker weten.”
Amsterdam, 16 september 2012
©MabelAmber®
Labels:
Amsterdam,
atelier,
De Onafhankelijken,
Koestraat,
kunst,
model,
poseren,
schilderen,
tekenen,
tekenmodel,
vibraties
woensdag 18 juli 2012
Leuk effect
In het buurthuis met W. en E., na de rommelmarkt, ergens in de zero's. Napraten en de buit bekijken, koffie drinken, nieuwtjes uitwisselen, over W.’s kinderen en E.’s naderende pensionering en mijn eigen zin in iets anders - E. wijst op een flyer aan het prikbord in de gang: “Modellen gezocht voor schildercursus”.
“Ga poseren,” zegt ze, “Je weet wel, in je nakie op een zeepkist en een zootje ezels er omheen.”
Leek me een goed idee, ik had al een mobieltje dus het aanmelden ging in één adem door, en niet alleen dat, ik kon over drie dagen al beginnen. De grote dag breekt aan. Ik zie meteen bij binnenkomst dat ik niet veroordeeld ben tot een zeepkist, inplaats daarvan staat een gerieflijke sofa klaar, het zootje ezels er omheen. De atelierbazin komt glimlachend naar me toe en wijst mij de kleedruimte, een hoekje van het toneel, deels achter het doek - we zijn hier in de zaal van het buurthuis waar ook toneelvoorstellingen worden gehouden - trapje op, door een spleet in het doek, uitkleden, een laatste blik in een hoge verweerde spiegel scheef tegen een kist geleund. Ik ben niet ontevreden over wat ik zie, integendeel, feliciteer mezelf met het “leuke effect”, trek mijn kamerjas aan en daal het trapje af in mijn nieuwe hoedanigheid van Muze voor deze tien schilders die zich al achter hun ezels bevinden, de kwasten in de hand. Met mijn mooiste glimlach begroet ik hen, laat de kamerjas van mijn schouders glijden en neem een bevallige pose aan op de sofa. Nu moet ik vertellen dat ik in het geheel geen moeite had mezelf spiernaakt te etaleren ten overstaan van vreemden, ook niet op deze première. Eerstens door mijn naturistische opvoeding, in gewone woorden: mijn ouders waren naaktlopers en ten tweede omdat er een actrice in mij leeft, ik speel graag een rol, ergo, ik voelde mij in dit nieuwe beroep als een vis in het water.
“Wanneer je even wilt bewegen dan kan dat hoor,” zegt de atelierbazin geruststellend, “Als je maar wel terugkeert in exact dezelfde houding.” Ik knik.
De schilders beginnen. Er klinkt het vegen van kwasten over doek, gerinkel van houten stelen tegen waterglazen, uit overgrote tubes worden kleine likjes verf op paletten gespoten en het kacheltje om het model warm te houden snort vredig.
Maar ik zit ineens niet lekker, er gebeurt iets raars. Het gevoel werd sterker, alsof er iets broeit, ergens. Ik durf niet te kijken, alhoewel bewegen nu en dan is toegestaan, maar er bestaat natuurlijk verschil tussen een slapende arm of been even losschudden en nadrukkelijk een blik naar beneden werpen, want wat zou daar immers loos kunnen zijn, nietwaar? Ik krijg het enorm benauwd, de wens om even omlaag te kijken begint me te beheersen. Wat moet ik doen? Een voet gaat tintelen en een bil glijdt tergend langzaam van een kussentje af. De tijd verstrijkt, nu en dan loer ik vanuit mijn ooghoek naar de ronde wandklok schuin tegenover mij. Het is mij aan het begin gezegd dat deze pose drie kwartier zal duren. Ik maan mezelf tot kalmte, wat kan ik anders doen dan rustig in de pose te blijven, nietwaar, terwijl de onaangename sensatie in de schaamstreek almaar sterker wordt.
Langzaam dringt tot me door wat er aan de hand is, van binnen raak ik in paniek. Welke nare geest heeft mij dat “leuke effect” ingefluisterd! Ik had het kunnen weten, verdorie, je kunt toch op je tien vingers natellen dat zoiets fout gaat, sukkel die ik ben! Ik zal moeten opstaan om vervolgens af te gaan als een gieter, tenzij ik een manier kan bedenken om in mijn kamerjas te komen, al zittend. Maar...ik heb het ding over een stoeltje gehangen, een eindweegs van de sofa vandaan, zodat ik mezelf in mijn volle lengte moet verheffen en van daaruit minstens vier stappen zetten tot ik de veiligheid van mijn kamerjas heb bereikt. Ik zou aan een der schilders kunnen vragen of die het ding wil aanreiken maar heb een ingeroeste afkeer van prinsessen-gedrag. “Iets aan je handen?” zeg ik altijd tegen anderen, dus pak ik mijn eigen spullen ook zelf.
Iemand zegt dat de pose nog drie minuten zou duren, wat mij blij zou moeten stemmen, maar de situatie zijnde zoals hij is, klinkt de boodschap als een executie bevel. Met alle geestelijke kracht die ik in mij heb verdrijf ik de verwarring om dan een kloek besluit te nemen: gewoon gaan staan en er mee voor de draad komen. Ik neem dit innerlijke besluit en gelijk weerklinkt de stem van de bazin door het zaaltje: “Je mag eruit hoor!”
Ik verrijs. Waarschijnlijk heb ik veel weg van zulke, door oxidatie aangetaste bronzen beelden, met lange groene strepen langs hun benen waardoor ze een indruk wekken van onzindelijkheid. Eindelijk waag ik het naar beneden te kijken: mijn eigen onderdanen vertonen felroze strepen afkomstig van de instant-haarverf met dezelfde kleur, “Fluorescent Pink”, waarmee ik die ochtend mijn derde oksel heb behandeld voor het “leuke effect” en wat door de lichaamswarmte op zo’n ingeklemde plek is gaan smelten.
De schilders kijken verbaasd en eentje zegt: “Goh, zonde, het stond zo leuk, dat roze accent, daar.....”
Nooit weer gedaan, leuk of niet.
Amsterdam, 18 juli 2012 ©MabelAmber®
“Ga poseren,” zegt ze, “Je weet wel, in je nakie op een zeepkist en een zootje ezels er omheen.”
Leek me een goed idee, ik had al een mobieltje dus het aanmelden ging in één adem door, en niet alleen dat, ik kon over drie dagen al beginnen. De grote dag breekt aan. Ik zie meteen bij binnenkomst dat ik niet veroordeeld ben tot een zeepkist, inplaats daarvan staat een gerieflijke sofa klaar, het zootje ezels er omheen. De atelierbazin komt glimlachend naar me toe en wijst mij de kleedruimte, een hoekje van het toneel, deels achter het doek - we zijn hier in de zaal van het buurthuis waar ook toneelvoorstellingen worden gehouden - trapje op, door een spleet in het doek, uitkleden, een laatste blik in een hoge verweerde spiegel scheef tegen een kist geleund. Ik ben niet ontevreden over wat ik zie, integendeel, feliciteer mezelf met het “leuke effect”, trek mijn kamerjas aan en daal het trapje af in mijn nieuwe hoedanigheid van Muze voor deze tien schilders die zich al achter hun ezels bevinden, de kwasten in de hand. Met mijn mooiste glimlach begroet ik hen, laat de kamerjas van mijn schouders glijden en neem een bevallige pose aan op de sofa. Nu moet ik vertellen dat ik in het geheel geen moeite had mezelf spiernaakt te etaleren ten overstaan van vreemden, ook niet op deze première. Eerstens door mijn naturistische opvoeding, in gewone woorden: mijn ouders waren naaktlopers en ten tweede omdat er een actrice in mij leeft, ik speel graag een rol, ergo, ik voelde mij in dit nieuwe beroep als een vis in het water.
“Wanneer je even wilt bewegen dan kan dat hoor,” zegt de atelierbazin geruststellend, “Als je maar wel terugkeert in exact dezelfde houding.” Ik knik.
De schilders beginnen. Er klinkt het vegen van kwasten over doek, gerinkel van houten stelen tegen waterglazen, uit overgrote tubes worden kleine likjes verf op paletten gespoten en het kacheltje om het model warm te houden snort vredig.
Maar ik zit ineens niet lekker, er gebeurt iets raars. Het gevoel werd sterker, alsof er iets broeit, ergens. Ik durf niet te kijken, alhoewel bewegen nu en dan is toegestaan, maar er bestaat natuurlijk verschil tussen een slapende arm of been even losschudden en nadrukkelijk een blik naar beneden werpen, want wat zou daar immers loos kunnen zijn, nietwaar? Ik krijg het enorm benauwd, de wens om even omlaag te kijken begint me te beheersen. Wat moet ik doen? Een voet gaat tintelen en een bil glijdt tergend langzaam van een kussentje af. De tijd verstrijkt, nu en dan loer ik vanuit mijn ooghoek naar de ronde wandklok schuin tegenover mij. Het is mij aan het begin gezegd dat deze pose drie kwartier zal duren. Ik maan mezelf tot kalmte, wat kan ik anders doen dan rustig in de pose te blijven, nietwaar, terwijl de onaangename sensatie in de schaamstreek almaar sterker wordt.
Langzaam dringt tot me door wat er aan de hand is, van binnen raak ik in paniek. Welke nare geest heeft mij dat “leuke effect” ingefluisterd! Ik had het kunnen weten, verdorie, je kunt toch op je tien vingers natellen dat zoiets fout gaat, sukkel die ik ben! Ik zal moeten opstaan om vervolgens af te gaan als een gieter, tenzij ik een manier kan bedenken om in mijn kamerjas te komen, al zittend. Maar...ik heb het ding over een stoeltje gehangen, een eindweegs van de sofa vandaan, zodat ik mezelf in mijn volle lengte moet verheffen en van daaruit minstens vier stappen zetten tot ik de veiligheid van mijn kamerjas heb bereikt. Ik zou aan een der schilders kunnen vragen of die het ding wil aanreiken maar heb een ingeroeste afkeer van prinsessen-gedrag. “Iets aan je handen?” zeg ik altijd tegen anderen, dus pak ik mijn eigen spullen ook zelf.
Iemand zegt dat de pose nog drie minuten zou duren, wat mij blij zou moeten stemmen, maar de situatie zijnde zoals hij is, klinkt de boodschap als een executie bevel. Met alle geestelijke kracht die ik in mij heb verdrijf ik de verwarring om dan een kloek besluit te nemen: gewoon gaan staan en er mee voor de draad komen. Ik neem dit innerlijke besluit en gelijk weerklinkt de stem van de bazin door het zaaltje: “Je mag eruit hoor!”
Ik verrijs. Waarschijnlijk heb ik veel weg van zulke, door oxidatie aangetaste bronzen beelden, met lange groene strepen langs hun benen waardoor ze een indruk wekken van onzindelijkheid. Eindelijk waag ik het naar beneden te kijken: mijn eigen onderdanen vertonen felroze strepen afkomstig van de instant-haarverf met dezelfde kleur, “Fluorescent Pink”, waarmee ik die ochtend mijn derde oksel heb behandeld voor het “leuke effect” en wat door de lichaamswarmte op zo’n ingeklemde plek is gaan smelten.
De schilders kijken verbaasd en eentje zegt: “Goh, zonde, het stond zo leuk, dat roze accent, daar.....”
Nooit weer gedaan, leuk of niet.
Amsterdam, 18 juli 2012 ©MabelAmber®
Labels:
atelier,
kunst,
Mabel Amber,
model,
naaktmodel,
pose,
poseren,
schilders,
tekenmodel
dinsdag 31 januari 2012
Atelier organiseert schilderwedstrijd 'dieren'
Het kunstenaarsmagazine Atelier organiseert ook dit jaar weer een nieuwe Atelier schilderwedstrijd. Thema dit keer: dieren. CODA Museum Apeldoorn heeft zich bereid verklaard de beste werken drie maanden lang te exposeren. Jouw kans op eeuwige roem! Nou ja, in ieder geval voor een paar maanden. Zaterdag 29 september vindt de prijsuitreiking plaats en de tentoonstelling is van zondag 30 september 2012 tot en met zondag 6 januari 2013.
De juryleden zullen dit jaar Marjolein Kruijt, Tiest Simons (voorzitter), Ives de Roo en Carin E.M. Reinders (directeur CODA Museum)zijn. Erejurylid dit jaar is Marianne Thieme, fractievoorzitter in de Tweede Kamer van de Partij voor de Dieren.
De voorgeschreven techniek is acryl en het maximale formaat van het doek is 30 x 40 cm.
De werken moeten vóór 1 september worden aangeleverd!
Meer informatie volgt in het mei/juni-nummer van Atelier. Ook via de nieuwsbrief, de website en de social media zal Atelier geïnteresseerden informeren.
Labels:
atelier,
exposeren,
jury,
schilderwedstrijd,
tentoonstelling
woensdag 30 november 2011
Finissage Beeldentuin 'Keigaaf' in Hilversum

Atelier & Beeldentuin "Keigaaf", Goudwespmeent 76 in Hilversum sluit op 11 december het seizoen af. De beeldentuin doet aan een 'winterstop' en om u nog de gelegenheid te geven de afsluitende expositie te bezoeken, is de tuin op 11 december van 13 - 17 uur geopend. De exposerende kunstenaars zijn Ineke Moes met keramiek, Susan van Blanken met mozaïek, Cobi Dierikx met draad- en plaatstaalobjecten en Peggy Eras met beelden in steen. Zij zijn allen bij de finissage aanwezig om uitleg te geven over hun werk en vragen te beantwoorden. Tijdens deze finissage kunt u 10 procent korting krijgen bij aanschaf van een kunstwerk. Dat is toch een keigaaf aanbod?
Labels:
atelier,
beelden,
beeldentuin,
finnisage,
keramiek,
kunstenaars,
mozaïek,
objecten
donderdag 25 augustus 2011
Romee Kanis toont haar bronzen beelden

Beeldhouwster Romee Kanis werd in 1953 in Jutphaas geboren. Zij woont in Sint Maartensbrug, in de gemeente Zijpe, in een stolpboerderij, waar ook haar beeldentuin en haar atelier zich bevinden. Zij werkt ook in haar werkplaats in Schermerhorn.
In haar portretten vangt zij altijd iets van het persoonlijke karakter. Een perfecte balans is haar uitgangspunt. Dit is wat haar werk diepgang geeft en wat maakt dat steeds meer mensen hun weg naar haar atelier weten te vinden. Mocht u vandaag thuis willen blijven, dan kunt u toch van Romee's beelden genieten op haar nieuwe website bij MainportArt.
Haar beelden maakt zij van een model in was of klei. Vervolgens wordt er een mal gemaakt en worden de beelden in brons gegoten.
Labels:
atelier,
beeldhouwster,
klei,
portretten,
Romee Kanis,
was
Abonneren op:
Posts (Atom)